Het Wooldrik park. De bekende tuinarchitect D. Wattez heeft omstreeks 1883 het landgoed ontworpen in de Engelse landschapsstijl. Dat is nu nog steeds te zien aan de grote vijver, de krom lopende paden en de afwisseling van bossen en grote, glooiende grasvelden met vrijstaande bomen. Ook de grote variatie in boomsoorten is kenmerkend voor de Engelse landschapsstijl.
Op de plaats waar ooit de villa stond, is nu een ‘bloementerras’: een flinke border met bloeiende vaste planten en bankjes om daar rustig van te genieten met de vijver op de achtergrond. De vijver ligt dieper dan de omringende grasvelden. Er is een ‘eendenterras’ aangelegd waar kinderen de eenden en vissen kunnen voeren. Sinds 2004 is er in het lange zomerseizoen een spuitende fontein.
Het Koetshuis met tuin is particulier bewoond en gedeeltelijk in gebruik als atelier. Bijzonder is ook het sierhek aan de Gronausestraat. Het stamt van de villa van de familie Kleiboer, die vroeger op de hoek van de Deurningerstraat en Molenstraat stond.
In het park staan veel verschillende boomsoorten, vooral aan de bosrand rond de vijver en het grasveld voor het Koetshuis. Sommige bomen zijn bij de aanleg van het park geplant en zijn dus nu meer dan 100 jaar oud. Jammer genoeg betekent dat, dat ze kwalen krijgen en een voor een sterven.
Het is de bedoeling ervoor te zorgen, dat er steeds een uitgebreide variatie blijft aan grote volwassen bomen. Het park telt een aantal heel bijzondere soorten. Het park heeft dan ook een bomenroute om meer over deze soorten te leren. Deze bomenroute is nu te lopen met begeleiding door een bioloog.
In het park huist ook een kolonie roeken, in het bos bij de Rechterlaan. De roek is een soort kraai, dat nesten bouwt in hoge bomen en voedsel zoekt op de akkers en weilanden in de buurt. Ze eten vooral allerlei insectenlarven.
Al in 1475 bestond er een boerderij die ‘Het Wooldrik’ heette. De boeren die er woonden verbouwden graan op de nabijgelegen es en hielden het vee om het land te bemesten. Het gebouw van de huidige kinderboerderij stamt uit 1788. In de 19e eeuw was de boerderij met omliggende gronden eigendom van de familie Ter Kuile, textielfabrikanten in Enschede. De boerderij bleef in bedrijf voor de landbouw, maar de eigenaars kwamen er vaak van het landleven genieten. In 1883 werd er rond de boerderij een landgoed aangelegd. Dit werd ontworpen door de bekende tuinarchitect Wattez. De familie Ter Kuile liet er een grote villa bij bouwen met een vrijstaand koetshuis.
Het landgoed is in bezit geweest van verschillende families. Het huidige park is veel kleiner dan dat het vroeger was. In de loop der jaren zijn er nogal wat stukken verkocht voor wegenaanleg, woningbouw en dergelijke. In 1950 kocht de textielfabrikant Gerrit Jan van Heek met zijn vrouw het landgoed om te redden wat er nog te redden was. Ze schonken het aan de gemeente om er een openbaar park van te maken. Daarbij werd een commissie van toezicht ingesteld. Deze moet controleren, of beheer en gebruik van het park overeen blijven stemmen met de bepalingen in de schenkingsakte. Eind jaren zestig was de villa zo verwaarloosd, dat deze werd afgebroken. De villa lag ongeveer op de plek van het ‘bloementerras’, dus met prachtig uitzicht op de vijver.