De ‘Coöperatieve Melkinrichting en Zuivelfabriek’ / Ormet. Raifeissenstraat Enschede.
Aanvankelijk verkopen de boeren uit Lonneker hun melk rechtstreeks aan de consument. Vanaf 1884 gaat ze ook melk leveren aan de in dat jaar opgerichte N.V. Enschedese Melkinrichting. De Lonneker Melkfabriek neemt de gebouwen over van de Enschedese Melkinrichting aan de Molenstraat. In november 1896 komt uit deze fabriek de eerste ‘Lonneker’ melk. De fabriek, gevestigd aan de Kottendijk, die toen nog samen met de Hengelose Dwarsstraat uitmondde op de Deurningerstraat, stond op de plaats van de voormalige Rabobank en werd in 1900 gebouwd in april 1901 in gebruik genomen. Kenmerkend is boog waaronder de platte wagens met melkbussen reden om gelost te worden. In de jaren 1900 – 1910 bedroeg de prijs van een liter melk 6 à 7 (gulden)cent. Naast melk, boter, room en karnemelk werden in de loop der jaren ook yoghurt en chocolademelk geproduceerd. Gedurende tientallen jaren is de melkventer (melkboer in de volksmond) de schakel tussen fabriek en consument. Hij bezorgt de melkproducten dagelijks aan huis, aanvankelijk met paard en wagen, waar ook nog ‘losse’ melk per liter gekocht kon worden. Later bediende hij zich van een elektrisch aangedreven transportwagentje. In 1964 wordt begonnen met de uitbreiding en vernieuwing. Op de plaats van de oude fabriek wordt een geheel nieuw complex gebouwd voor zowel de melkfabriek als de landbouwbank. De Hengelose dwarsstraat wordt ‘verlegd’ en krijgt de naam Raiffeisenstraat. Door opkomst van de supermarkten en het feit dat steeds meer vrouwen buitenshuis gingen werken verdwijnt de melkventer uit het straatbeeld. In 1991 neemt Enschede afscheid van zijn laatste melkventer. Rond 1975 werd de fabriek onderdeel van de ORMET – Organisatie Melk voorziening Twente, een samenwerkingsverband tussen een aantal Twentse melkfabrieken. In 1991 werd ORMET op haar beurt overgenomen door Coberco en op 3 mei 1995 wordt de vestiging gesloten.
Er was alsnog kans op behoud van de indrukwekkende melk hal die destijds deel uitmaakte van de melkfabriek van Coberco. Sinds de aankondiging van sloop hebben zich enkele serieuze gegadigden met alternatieven gemeld. Toch blijkt dat deze plannen financieel niet haalbaar zijn en ook de melkhal gesloopt zal worden.
Bron: ‘De Nijvere Stad’ in 1996 uitgegeven door de Rabobank t.g.v. het 100-jarig bestaan.
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Bron: SteenhuisMeurs Bv Schiedam, november 2011
De leegstaande Coberco-fabriek in Enschede heeft een rijke en dynamische geschiedenis. hier vestigden zich ruim een eeuw terug de lonneker coöperatieve Melkinrichting en de lonneker landbouwersbank en handelsvereniging. in de loop van de jaren breidden de coöperaties zich uit, waarbij het complex zich steeds verder verdichtte, vernieuwde en moderniseerde.
Cultuur historische quickscan Melkhal
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Lonneker Melkfabriek
Hoewel de ‘Coöperatieve Melkinrichting en Zuivelfabriek’ niet aan de Deurningerstraat gelegen was past dit markante pand, dat veel Enschedeërs gekend hebben, bij deze expositie. Aanvankelijk verkopen de boeren uit Lonneker hun melk rechtstreeks aan de consument. Vanaf 1884 gaan ze ook melk leveren aan de in dat jaar opgerichte N.V. Enschedese Melkinrichting. De Lonneker Melkfabriek neemt de gebouwen over van de Enschedese Melkinrichting aan de Molenstraat. In november 1896 komt uit deze fabriek de eerste ‘Lonneker’ melk.
De fabriek, gevestigd aan de Kottendijk, die toen nog samen met de Hengelose Dwarsstraat uitmondde op de Deurningerstraat, stond op de plaats van de huidige Rabobank en werd in 1900 gebouwd in april 1901 in gebruik genomen. Kenmerkend is boog waaronder de platte wagens met melkbussen reden om gelost te worden. In de jaren 1900 – 1910 bedroeg de prijs van een liter melk 6 à 7 (gulden) cent. Naast melk, boter, room en karnemelk werden in de loop der jaren ook yoghurt en chocolademelk geproduceerd.
Gedurende tientallen jaren is de melkventer (melkboer in de volksmond) de schakel tussen fabriek en consument. Hij bezorgt de melkproducten dagelijks aan huis, aanvankelijk met paard en wagen, waar ook nog ‘losse’ melk per liter gekocht kon worden. Later bediende hij zich van een elektrisch aangedreven transportwagentje. In 1964 wordt begonnen met de uitbreiding en vernieuwing. Op de plaats van de oude fabriek wordt een geheel nieuw complex gebouwd voor zowel de melkfabriek als de landbouwbank. De Hengelose dwarsstraat wordt ‘verlegd’ en krijgt de naam Raiffeisenstraat. Door opkomst van de supermarkten en het feit dat steeds meer vrouwen buitenshuis gingen werken verdwijnt de melkventer uit het straatbeeld. In 1991 neemt Enschede afscheid van zijn laatste melkventer.
Rond 1975 werd de fabriek onderdeel van de ORMET – Organisatie Melkvoorziening Twente, een samenwerkingsverband tussen een aantal Twentse melkfabrieken. In 1991 werd ORMET op haar beurt overgenomen door Coberco en drie jaar later wordt de vestiging gesloten.
Wetenswaard . . . . . . . In de jaren net voor de eerste wereldoorlog wordt yoghurt geïntroduceerd. Dit product slaat echter niet aan bij de consument. Pas in 1930, als een nieuwe poging gedaan wordt, lukt het wel. In 1934 wordt begonnen met de productie van het Lonneker roomijs. Dit product slaat direct aan en wordt zo populair dat de fabriek in 1950 een eigen ijsbar aan de Markt begint.
Bron: Boek Deurningerstraat, auteur Jan Brummer.
Inmiddels zijn er ver gevorderde plannen om de voormalige melkhal te herontwikkelen tot een multifunctioneel centrum.