dr. Wim Nijhof | 1939 - 2023 |  | In memoriam Wim H. Nijhof.
De historicus en publicist dr. Wim H. Nijhof schrijft over geschiedenis.
In 1939 wordt hij geboren in Enschede waar hij na zijn lagere schooljaren op de Tweede Prinseschool het gymnasium van Het Enschedees Lyceum volgt. Het journalistieke vak leert Wim als leerling-journalist bij Tubantia tot 1 januari 1963; dan vertrekt hij naar Het Vrije Volk. Hij werkt daarna voor diverse dagbladen, het laatst in zijn journalistieke carrière als chef van de stadsredactie van de Twentsche Courant in Hengelo.
Vanaf 1970 woont Wim in Apeldoorn waar hij werkt als voorlichter van de gemeente Apeldoorn en daarna tot 2000 een communicatie-adviesbureau leidt. Eind 2008 promoveert hij aan de Universiteit van Amsterdam op zijn biografie Kunst, katoen en kastelen van Jan Herman van Heek (1873-1957), de Enschedese textielfabrikant, kunstverzamelaar en monumenten¬beschermer. In 2010 publiceert Wim Heeren en Helden van Haaksbergen, de geschiedenis van het Twentse textieldorp. De sociale strijd in de textielindustrie in de eeuw tussen 1870 en 1970 beschrijft hij in Troebelen in de Twentse textiel.
Wim Nijhof is op 22 oktober 2023, in de nacht van zaterdag op zondag, op 84-jarige leeftijd in zijn slaap overleden. De afgelopen maanden is de gezondheid van Wim hard achteruit gegaan maar verder lijden is hem en zijn familie bespaard gebleven. Hij laat een grote leegte na bij zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen, evenals bij veel familie, vrienden en kennissen. Op vrijdag 27 oktober is in kleine kring afscheid van Wim genomen.
| |
C.J. SNUIF
Streekhistoricus | 1873 in Zaandijk - 1929 in Enschede. |  | Cornelis Jan (Cor) Snuif werd in 1873 in Zaandijk geboren. Hij vestigde zich in 1895 op 22-jarige leeftijd als apotheker in Enschede. Een jaar later trad hij in het huwelijk met Hermina Fenna ter Weele. Snuif raakte al snel geïnteresseerd in de geschiedenis van Twente. Hij werd in 1901 lid van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG) en hij was van 1909 tot aan zijn dood in 1929 bestuurslid van deze vereniging. In 1907 publiceerde hij voor het eerst - een artikel over ‘Rooms-Catholieke kerkbouw te Haaksbergen' in het veertiende en laatste deel van de Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel. Vanaf 1909, het jaar waarin hij het bestuurslidmaatschap van de VORG aanvaardde, leverde Snuif een kleine honderd bijdragen aan het jaarboek van genoemde vereniging, dat verscheen onder de lange naam Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis. De artikelen waren vaak kort – soms verschenen ze onder de titel ‘Kleine bijdragen uit Twenthe’ - , maar bepaalde onderwerpen werden door Snuif ook uitgediept. Lange artikelen schreef hij over onder meer ‘De commenderie der Duitsche Orde te Ootmarsum’ (1925) en ‘Twenthe aan de hand van kaarten van Jacob van Deventer’ (1924). Ook voor andere (jaar)boeken, tijdschriften en kranten schreef hij artikelen, onder meer voor Tijdschrift voor rechtsgeschiedenis, Nomina geographica Neerlandica, Gedenkboek Schuiling (1924). Voor de familie van Heek stelde C.J. Snuif het ‘Familieboek der Van Heeks’ (1915) samen.
| -De kleine steden in Twenthe.
-Overijssel..
-Verzamelde bijdragen tot de geschiedenis van Twenthe |
Jacobus Johännes van Deinse.
Schrijver en historicus. | 1867 / 1947 |  | Van Deinse ('Ko' voor intimi) werd als leraar opgeleid, maar werd al jong chef bij de firma Gerhard Jannink & Zonen. Al zijn vrije tijd besteedde hij aan de studie van de geschiedenis en volkscultuur van Twente en van de Twentse taal. Met zijn vriend Mr. G.J. ter Kuile Sr. trok hij vaak naar het buitengebied om onderzoek te doen, opgravingen te verrichten en om naar verhalen van de boerenbevolking over vroeger te luisteren. Zijn vondsten kwamen onder meer terecht in de collectie van de Oudheidkamer Twenthe, die onder andere door hem en J.B. van Heek was opgericht in 1906. Van 1906 tot 1938 was hij voorzitter en daarna bestuurslid tot zijn dood. Op 17 juni 1930 werd hij vooral op voorspraak van Jan Herman van Heek benoemd tot conservator van het Rijksmuseum Twenthe, waarin ook de Oudheidkamer Twenthe werd ondergebracht. Van Deinse vormde de verbindende schakel tussen de Twentse fabrikanten, bestuurders en amateur-historici als C.J. Snuif, Cato Elderink en later Willem Dingeldein en Albert Meyling die hem vergezelden op zijn zwerftochten op zoek naar authentiek bronnenmateriaal.
Hij ontwierp de Twentse vlag, het Twentse wapen en schreef het Twents volkslied. Hij schreef het standaardwerk Uit het land van katoen en heide (1922), een bundeling van onder meer de artikelen die hij eerder publiceerde in het Dagblad Tubantia. De bundel werd een groot succes, waardoor er nog een herdruk kwam en een vervolg in 1939. De twee boeken werden ook in een verzamelde uitgave (1950, 1979) gepubliceerd.
Van Deinse is begraven op de Oosterbegraafplaats in Enschede. Op zijn graf ligt een veldkei met de regel "hij had Twente lief". | -Deinse, J.J. van, e.a. (1912) De brand van Enschede van 7 Mei 1862 na 50 jaren herdacht. Enschede: M.J. van der Loeff.
-Deinse, J.J. van (1916, 6 Mei) Het Oude Mannen- en Vrouwenhuis te Enschede 1866 |
A. Buter | 1918 - 2000 |  | Adriaan Buter startte zijn journalistieke loopbaan vlak voor de Tweede Wereldoorlog bij het Volksblad voor Twente in Enschede. Na de gelijkschakeling van de krant in de oorlog nam hij ontslag. Tot zijn verzetswerk behoorde het starten van de Enschedese editie van Het Vrije Volk. In 1945 werd hij hoofdredacteur van het Almelose Parool. Later was hij lange tijd in dienst van de Twentsche Courant, maar hij was ook jarenlang freelance journalist.
Als sociaaldemocraat was hij al op jonge leeftijd betrokken bij onder meer de Jeugdbond voor Onthouding (JVO). Ook natuurstudie en geologie hadden zijn warme belangstelling. Met zijn in de loop der jaren verzamelde materiaal wist hij een eigen museum te vullen.
Naast zijn ‘gewone’ journalistieke werk heeft hij in Oost-Nederland naam gemaakt door een groot aantal publicaties op het gebied van streekcultuur, streekgeschiedenis en natuur. Behalve een groot aantal boeken schreef hij ook vele artikelen in tijdschriften en jaarboeken.
Hij was initiator, bestuurslid en oprichter van tal van verenigingen en instellingen op het gebied van regionale cultuur(historie) zoals onder meer de Algemene Vereniging Twente (samen met Johan Buursink), de Stichting Textielgeschiedenis, Oudheidkamer Twente en de Jan Jansstichting. De totstandkoming van de Twente Akademie in 1982 kan geheel op zijn naam worden geschreven. Adriaan Buter was de eerste directeur van dit instituut dat zich zou bezighouden met de Twentse streekcultuur in al haar facetten (taal, volksgebruiken, streekgeschiedenis, bouwkunst, natuur). | -De kadans van de getouwen : heren en knechten in de Nederlandse textiel. 1985
-Over-ijsselse volksgebruiken : een feestelijke ommegang door het jaar. 1988
-Dorpen en stadjes van Twente. 1982
-Regge en Dinkel : land van levend water. 1984 |
Ties Wiegman | 1931 - 2016 |  | Aan zijn persoon was een leven tussen boeken en documenten af te zien. Ties Wiegman was een erudiet man met een passie voor geschiedenis. Onvermoed voor de jonge Wiegman die na zijn schooltijd in 1948 als graveur bij Menko begon en via een omweg in het archief terechtkwam om de eerste archivaris van onze stad te worden.
In 1952 nam hij ontslag bij Menko. Hij begon in zijn ouderlijk huis aan de Kneedweg een leesbibliotheek, annex boek- en postzegelhandel. Met de postzegelhandel verhuisde hij in 1956 naar de Lipperkerkstraat.
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
Uit de postzegels haalde hij geen voldoening, zoals hij het formuleerde, en in 1965 begon hij bij de gemeente als beheerder van het tekeningenarchief. In 1969 verhuisde het gezin naar Zeist. In 1972 keerde hij terug naar zijn oude werkgever in Enschede: de gemeente. In 1991 ging Wiegman met vervroegd pensioen. Hij vertrok als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, met achterlating van een stadsarchief om u tegen te zeggen.
Zijn laatste grote werk is De strijd van verzetsman Dirk van der Meer. Hij schreef het in 2014. Van der Meer is een verzetsheld die nimmer erkenning kreeg in Enschede. Wiegman bood in het boek een bijzondere kijk op een drama dat zich voltrok tijdens de bevrijding van Enschede in april 1945.
Ambachtsschool
Wiegman heeft ook letterlijk een bijdrage geleverd aan een stukje geschiedenis. Hij hielp zijn tekenleraar Bram Middelhoek met de muurschildering van Wie wil, zal slagen in de Ambachtsschool. Wiegman ging er naar school in 1944. "Kennelijk kon ik goed tekenen", reageerde hij nuchter. Middelhoek was de eerste directeur van de AKI. | -Enschede Verleden Tijd
-Enschede 1884-1934
-Enschede's bevrijding in beeld |
G.J.I. Kokhuis | |  | Kokhuis is docent geschiedenis aan de scholengemeenschap voor VWO en HAVO in Hengelo. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar regionale en sociale geschiedenis | -Twente 1940-1945, G.J. Klokhuis
-Borne vroeger en nu.
- De Twentse textielstaking.
- De geschiedenis van Twente. |
Adrie M. Roding | |  | Archivaris | - De bevrijding van Enschede ( 1 april 1945)
- Oud Enschede vanuit de lucht.
- Burgemeester Wieringa 1977-1994
- Inventaris van het bedrijfsarchief van Gerhard Jannink en Zonen te Enschede (1819) 1853-1964 (1970) door A. M Roding (Boek)
|
| | | | |
| | | | |