Reinigen betekent volgens de van Dale “ontdoen van aan de oppervlakte hechtend vuil of andere ongewenste stoffen.” Als het om de persoonlijke verzorging of om kleding gaat beschouwen we reinigen of wassen als normaal en noodzakelijk. Bij gevels van gebouwen is dat niet zo: die beslissing is genuanceerder en ook gecompliceerder, in het bijzonder voor monumentale gebouwen.
Reinigen betekent iets dat vuil is (geworden) weer schoonmaken. Bij gevelreiniging gaat het dus om het weer schoonmaken van een in de loop der jaren vuil geworden gevel. Bij het ontwerp van een gebouw is een gewenste uitstraling van een gebouw vastgesteld. In de loop der jaren is er gevelvervuiling ontstaan waardoor de uitstraling van het gebouw niet altijd meer overeenkomt met de gewenste uitstraling, of zelfs een indruk van verslonzing en achteruitgang kan geven. Daarnaast kan de gevelvervuiling een risico vormen voor de levensduur van het gebouw omdat de constructie aangetast kan worden.
Gevelvervuiling kan diverse oorzaken hebben als atmosferische vervuiling, ongewilde gevelvervuiling als graffiti, maar ook de groei van biologische organismen als algen en mossen. Het effect van deze verschillende soorten vervuiling op de uitstraling van een gebouw is afhankelijk van het soort gevelbekleding (bijvoorbeeld gevelsteen, kalkzandsteen of sierpleisterwerk) is. De passende reinigingsmethode om de gewenste uitstraling van het monumentale gebouw te herstellen dient dan ook afgestemd te worden op het soort gevelbekleding.

Historische gevel? Ga er zorgvuldig mee om!
Norman Vervat stuurde ons onderstaande waarschuwing met betrekking tot het reinigen van historische gevels. Norman is kunsthistoricus en actief voor de Stichting het Cuypersgenootschap, een landelijke monumentenorganisatie die zich ook in de gemeente Zaanstad inzet voor het behoud van historische gebouwen.

Wie door de gemeente Zaanstad loopt ziet dat regelmatig gemetselde historische gevels worden gereinigd. De bedoeling is om de uitstraling van de betreffende panden te verbeteren. Vaak kiest men er dan eveneens voor om het voegwerk integraal te vervangen. Voegwerk dat nog in goede conditie is en makkelijk nog tientallen jaren of veel langer kan blijven zitten wordt met het grootste gemak uitgeslepen. Helaas heeft deze goedbedoelde poetswoede een duidelijke keerzijde.
Bij vrijwel alle gekozen reinigingsmethoden kan (ernstige) schade ontstaan aan de huid van de bakstenen. Als deze huid kapot gaat, krijgen weer en wind sneller invloed op de stenen en zullen deze gemakkelijker afbrokkelen. De bakstenen worden ook ruwer, wat betekent dat ze vervolgens sneller en dieper vervuilen. Duurzaam is het effect van de gevelreiniging dus niet: veel gevels zijn binnen enkele decennia weer vuil. Het uitslijpen van oud voegwerk wordt vaak grof gedaan en richt schade aan.
De nieuwe voegen hechten door een verkeerde samenstelling vaak ook niet goed aan het oude metselwerk. Veelal worden klassieke kalkmortelvoegen, aangepast aan de hardheid van oudere (vooroorlogse) stenen, vervangen door cementvoegen. Deze hardere voegen kunnen de delicate vochthuishouding van een gevel verstoren, wat op termijn tot ernstige schade leidt.
Ondanks alle door reiniging en ‘voegherstel’ veroorzaakte schade gaan veel woningeigenaren, vaak uit onwetendheid, er regelmatig toe over om het metselwerk grondig te renoveren. Voor een duurzame omgang met uw woning is een zorgvuldige omgang met gevelreiniging en voegwerkherstel echter noodzakelijk. Belangrijk is om het vervangen van voegwerk zoveel mogelijk te beperken tot noodzakelijke werkzaamheden; vervang alleen wat echt slecht is. Dat is beter voor de gevel en bespaart veel geld. Voor reiniging is het enige goede advies: doe het niet!
Eigenaren van beschermde monumenten kunnen wanneer zij overwegen om met het metselwerk aan de slag te gaan het beste de gemeente benaderen voor overleg. Voor monumenten zijn voeg- en reinigingswerkzaamheden vergunningplichtig.
Bron: Norman Vervat.