KOETSHUIS HUIS ZONNEBEEK
Het landhuis Zonnebeek werd in 1906 gebouwd in opdracht van textielbaron Jan Bernard van Heek en zijn Amerikaanse vrouw Edwina Burr Ewing. Het ontwerp van architect Arend G. Beltman is geïnspireerd op het landhuis van de grootmoeder van Edwina in Nashville, gelegen in de staat Tennessee in het zuiden van de Verenigde Staten.
Op de historische buitenplaats bevinden zich naast het landhuis ook een tuin, een koetshuis met stallen, een dienstwoning, een garage, een kapschuur, een moestuin met schuur, een theekoepel, een schaapskooi met duiventil en een hek met op de pijlers de tekst ‘Zonnebeek’.
De parkaanleg in landschapsstijl is naar ontwerp van P.H. Wattez en is eveneens Amerikaans geïnspireerd. Rond 1908 is een boomgaard met moestuin en bloementuin aangelegd, die wordt omringd met muren en hagen. In 1972 is de tuin hersteld naar een ontwerp van architectenbureau T.H. Koning.
Originele tekening van het koetshuis [Rijksmonument] door architect A.G. Beltman.
Voor het instandhouden van Huis Zonnebeek had het echtpaar van Heek een groot aantal personeelsleden in dienst. De jachtopziener/bosbaas was het visitekaartje van Zonnebeek. In 1908 werd de tuinbaas Karel Nergerman aangesteld die met zijn gezinsleden in het koetshuis gehuisvest was. Daarnaast was er de chauffeur huisknecht Albert Leppink die in 1920 werd aangesteld. Ook hij kreeg na zijn huwelijk een woning in het koetshuis toegewezen.
Het vervoer per koets en later per auto speelde omstreeks 1910 bij de familie van Heek een belangrijke rol en de huisvesting van de paarden en koetsen vormden dan ook een essentieel onderdeel van de architectuur van Huis Zonnebeek.
Edwina had er de gewoonte van gemaakt om tijdens de Nederlandse winterperiode met haar moeder in kasteel Goyen in Merano [Italië, zuid Tirol] te verblijven Bij haar terugreis van Italië naar Enschede beëindigde ze haar treinreis vaak in Munster en reisde per koets of auto naar Enschede, om zoals ze vertelde te kunnen genieten van de prachtige omgeving.
Haar wisselende huisvesting tussen Zonnebeek, Merano, Florence en de Verenigde Staten bracht haar nu op latere leeftijd zonder haar man en moeder tot onzekerheid en ze overweegt zelfs om kleiner te gaan wonen. Op 10 mei 1940 om 05.30 uur wordt Edwina per telefoon op de hoogte gesteld van het uitbreken van de tweede Wereldoorlog.
Haar plichtsbesef zegt dat ze in het zicht van de Duitse inval haar personeel en Zonnebeek niet in de steek wil laten. In een brief aan haar boezemvriendin Sarah schrijft ze; “Shall I ever know what real hunger is? If so I realize to full that is is all my own fault in not leaving in time. But it is hard te leave my people and my surroundings”.
Zo goed en zo kwaad als het gaat zette ze haar normale leven op Zonnebeek, dat buiten het oorlogsgeweld bleef, voort. Op de fiets en in een koetsje bleef ze enigszins mobiel.
De paarden en koetsen huisvesting maakt een essentieel onderdeel uit van de architectuur van Huis Zonnebeek Zoals Edwina van Heek het bedoeld heeft.
Omschrijving KOETSHUIS met PAARDENBOXEN en DIENSTWONING
op H-vormige grondslag opgetrokken over één bouwlaag in witgepleisterde baksteen onder zadeldaken met overstek op klossen, bedekt met Hollandse pannen.
Op de nok van het lange deel een dakruiter. Op de nokken schoorstenen. Aan de hof binnen de H-vorm liggen de hoofdgevels. Centraal in de oostgevel een grote getoogde dubbele garagedeur onder een geschoorde luifel met steekkap. Aan weerszijden meerruits drielichten. Rechts in de oksel van de bouwdelen een traptorentje onder een kegeldak. In de linker oksel een overhoeks geplaatste dubbele garagedeur onder steekkap met ooglidvenster in het tympaan.
De noord- en zuidgevel van de hof bevatten meerruits kruisvensters behangen met luiken en deuren met meerruits bovenlichten. In de dakschilden boven beide gevels een dakkapel. De hof wordt afgesloten door twee muurtjes met hellende deklaag, eindigend in een pijler met bolbekroning. In de kopse gevels (O) een dakschild van drie pannen op de verdieping- scheiding.
Op de begane grond twee meerruits schuifvensters behangen met luiken. In de geveltop rechts een bolkozijn en links twee vensters, alle behangen met luiken. Links van de linker gevel een muur met hellende deklaag. Achter de zuidgevel ligt de woning. Rechts van het midden een risaliet onder steekkap. Verder meerruits (schuif)vensters behangen met luiken en twee deuren.
Aan de achterzijde (W) bevindt zich het servicegedeelte van het koetshuis. In het midden een forse geschoorde luifel waar zich (oorspronkelijk) bezinepomp en smeerput bevonden. Geheel links de thans verbouwde garage onder een topgevel. Rechts een kleine uitbouw met steekkap eveneens onder een topgevel.
Foto: Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Achterzijde koetshuis.
In de noordgevel in het midden een tweeruits met aan weerszijden twee meerruits vensters behangen met luiken. In het dakschild een dakkapel onder steekkap met meerruits venster. In de noordvleugel bevinden zich enkele originele paardenboxen. De overige ruimtes zijn aangepast aan de kantoorfunctie, het woongedeelte in de zuidvleugel is gemoderniseerd.
Waardering
Koetshuis met paardenboxen en dienstwoning van cultuur-, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang: - als onderdeel van de buitenplaats Zonnebeek - vanwege typologie en kwaliteit van het ontwerp - vanwege de functioneel ruimtelijke relatie met de andere gebouwen op de buitenplaats en de ligging in het landschap - vanwege de hoge mate van gaafheid.(bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Bronnen;
-
From Arkansas to the Netherlands. William J. Crowley.
-
Verleden met Toekomst. 50 jaar Stichting Edwina van Heek.[1996]
-
Rijksdienst Cultureel erfgoed.
-
Gemeentelijk archief Enschede.
-
Archief Stichting Edwina van Heek.
-
Stichting cultureel erfgoed Enschede.
Foto’s
-
Stichting Cultureel Erfgoed Enschede.
-
Rijksdienst Cultureel Erfgoed.
-
Stichting Edwina van Heek.