Wissinks Molen Usselo
De Wissinks Möl staat in de gemeente Enschede vlak bij Usselo, langs de weg naar Haaksbergen. De molen is van het type (open) standerdmolen, plaatselijk bekend als Stenderkast. De oprichter en eerste eigenaar J.H. Wissink woonde naast het molenveld. De molen heeft drie zolders in plaats van de gebruikelijke twee zolders bij standerdmolens en heeft een koningsspil met spoorwiel voor de aandrijving van twee van de drie maalkoppels. Met drie koppels molenstenen maalde de korenmolen vanaf zijn bouwjaar 1802 tot 1921 voor de boeren in de omgeving (onder andere van de Usseler Es). Toen kwam er bij de Lonneker Coöporatie een machinale maalderij.
In 1921 kocht Jan Bernard van Heek na een tip van J.J. van Deinse de molen en liet hem overbrengen naar het Buurser Zand tussen Buurse en Haaksbergen, waar hij een openluchtmuseum wilde laten bouwen. Die plannen zijn echter niet uitgevoerd. In de vier teerlingen van Bentheimer zandsteen werd ook in die tijd het volgende gedicht van Van Deinse gebeiteld:
Ìk zin 'ne oale stenderkast
Oet achtteenhonderdtwee,
Do mi-j Jan Heenik Wissink ginn
In Ossel bouwen dee
Ik heb as Wissinks Möl bekènd,
Op 't oale èrve doar
't Zoad van 'n Osseler Esch emaald
Hoast honderd twintig joar
De ni-jje tied met zinnen stoom
Dee hef't mi-j an edoan,
As gedacht'nis vuur 't noageslacht
Kwam 'k op diss' stéé te stoan
In negenteen honderd twintig een Hef Jan Bernard van Heek
Mi-j kof en do weer op ebouwd
Hier achter Zonnebeek

       
                                                                         Herstel van de molen in 1957 in Buurse.
In de jaren '50 geraakte de molen in een slechte staat, mede door toedoen van vandalisme. De staat van de molen was dermate slecht, dat de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten de molen eigenlijk wilde slopen. De Edwina van Heekstichting heeft zich toen garant gesteld voor de herstelkosten van de molen. In 1957 werd een grote restauratie uitgevoerd, die de toekomst van de molen toen veilig stelde. Daarna werd er in 1965 nog een restauratie uitgevoerd. In 1970 kwam de molen op de lijst van Rijksmonumenten te staan. De jachtopziener sprak zich toen ook uit in de regionale pers over de belabberde staat van de molen, want hij begon gevaarlijk naar links over te hellen. Twee jaar daarna in november 1972, sloeg de molen op hol tijdens een hevige storm, dreigde uit elkaar te schudden en vlam te vatten door de hoge wrijving in de kap. Dat werd tegen gehouden door de snel ter plaatse zijnde Haaksbergse brandweer. Vervolgens werd de molen afgebroken en tot 1981 werden de losse onderdelen opgeslagen.

De bewoners van Buurse hoopten de molen in hun dorp te kunnen houden (slagzin: Stenderkast moet in Buurse blijven!) maar in mei 1981 werd de molen in een dag teruggeplaatst op zijn oorspronkelijke plek bij Usselo op de nog aanwezige oude fundamenten en opnieuw gerestaureerd. Dit was het resultaat na een conflict waar niet minder dan de volgende spelers in mee deden: Natuurmonumenten, Ministerie voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, gemeentebestuur Haaksbergen, Gedeputeerde Staten van Overijssel, Vereniging Hollandsche Molen, Raad van State en Stichting "De Overijsselse Molen". Op de toenmalige Technische Hogeschool Twente werd het "Actiecomité Wissink's Möl noar d'oale stee" opgericht.
Oorspronkelijk stond de molen in een heideveld waar de wind vrij spel had. Thans zijn er bomen gegroeid die de goede werking van de molen hinderen. In 2008werden er bomen gekapt aan de zuidwest- en noordoostzijde, waardoor de molen veel rustiger loopt. Nu is de molen eigendom van Stichting Wissinks Molen. De vereniging Wissinks Möl ondersteunt de stichting.