KOETSHUIS SCHUTTERSVELD
Voormalig, in de jaren '80 verbouwd koetshuis annex paardenstal op L-vormige grondslag, daterende uit het midden van de 19de eeuw, onder een met grijze pannen gedekt zadeldak, thans in gebruik als restaurant.
In de afsluitende noord- en westgevels nog enkele originele getoogde stalramen. Het interieur werd recentelijk volledig aangepast aan de huidige functie en komt voor bescherming niet in aanmerking.
Enkele gietijzeren palen die eertijds de paardenboxen en de stal van elkaar scheidden staan nu op het plein bij het koetshuis. Aan de oostzijde van het koetshuis een aanbouw van recente datum die wegens te geringe ouderdom en monumentale waarden buiten de bescherming van rijkswege valt.

Interieur van het exclusieve restaurant.

Waardering
Het KOETSHUIS behorende tot de historische buitenplaats Schuttersveld zijn van algemeen belang:
-vanwege de ouderdom;
-vanwege de karakteristieke architectonische vormgeving;
-vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats;
-vanwege de kenmerkende ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg.
(bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
De culinaire naam van Het Koetshuis werd gevestigd door maître Fred Bohnke die er zelfs een Michelin ster behaalde en er jarenlang de scepter zwaaide. De laatste jaren werd de zaak gerund door chef kok John Spruit en zijn echtgenote Wendy. Deze exploitanten hebben de bekende horecazaak twee jaar gerund tot 2018. John en Wendy Spruit namen eind 2016 de helft van de aandelen over van oud-ondernemer Jan Zantinge, de oprichter van het bedrijf Prescan (preventief medisch onderzoek). Zantinge had een horeca-echtpaar nodig voor Het Koetshuis omdat hij zelf  in Nice en Monaco woont. Het echtpaar Spruit exploiteerde daarvoor ruim een jaar het restaurant van Hotel Rodenbach aan de Parkweg in Enschede.
Op dit moment, januari 2019, staat de villa Schuttersveld met koetshuis, twee dienstwoningen en landschapspark te koop. Eigenaar Egbert ten Cate, een Almelose bankier en gehuwd met Anna van Heek, is ruim 30 jaar eigenaar van dit historische Rijksmonument en heeft besloten om er nu afscheid van nemen.

 

De stichter van de buitenplaats aan de Hengelosestraat is de Belgische textielfabrikant Jonkheer Charles Louis de Maere [1802-1885]. Hij behoorde tot de zuidelijke textielfabrikanten die begin vorige eeuw na de afscheiding van België naar het noorden trokken om er hun handelsactiviteiten voor Nederlands-Indië voort te zetten.
De Maere was in 1832 in Enschede een weverij begonnen, die echter kort daarop afbrandde. Op landgoed Het Schuttersveld liet hij in 1902 een nieuwe fabriek bouwen, met een weverij en garenververij. Met een weefschooltje legde hij de grondslag voor het textielonderwijs in Enschede.  In 1858 keerde De Maere naar België terug en werd de grond met  textielfabriek, villa, koetshuis en twee dienstwoningen op een publieke veiling voor 3750 gulden gekocht door een andere textielbaron, Hendrik Jan [Hein] van Heek [1814-1872].
De weverij van De Maere vormde de basis voor textielfabriek “Schuttersveld” van de Gebr. Van Heek. Na de gedwongen sluiting van de textielfabriek en de daaropvolgende sloop van dit fabriekscomplex in 1982 werd hier het Meubelplein gevestigd. Wat overbleef was een lange muur van de voormalige textielfabriek aan de Tubantiasingel.

Villa Schuttersveld omstreeks 2019

Het toenmalige koetshuis restaurant had een fraai terras en een eigen kruidentuin.

Het terrein van de textielfabriek Schuttersveld was ruim 13 hectare groot. Op de voorgrond nog net zichtbaar de villa Schuttersveld.

Ontwerptekening van het koetshuis.