Erve ‘t Schukkink
Boederij ‘t Schukkink is gelegen aan de Schukkinkweg 15 en is een Rijksmonument.
Erve ‘t Schukkink is een boerderij van het Hallehuistype gebouwd in zorgvuldige baksteen architectuur en gerealiseerd in 1929 in opdracht van Kromhof. Naastgelegen is een forse grotendeels met planken gerichte vakwerkschuur. Architect J. Jans is verantwoordelijk voor het ontwerp.
Jan Jans architect erve 't Schukkink
Toen hij negentien was, ging hij naar Amsterdam en kwam in dienst bij architectenbureau Gulden en Geldmaker (bekend van o.a. het Rozentheater). Hendrik Petrus Berlage was een van zijn leermeesters. In zijn leven heeft hij bijna tweeduizend tekeningen gemaakt met tekenstift. In 1928 vestigde hij zich in Almelo als zelfstandig architect. Hij tekende, ontwierp en restaureerde veel op het gebied van de landelijke bouwkunst (voornamelijk boerderijen, maar ook bijvoorbeeld de overkapping van het openluchttheater in Hertme). Als actief regionalist timmerde hij aan de weg met het houden van lezingen, het bekleden van bestuursfuncties en het schrijven van artikelen. Na zijn dood verschenen de standaardwerken ‘Landelijke bouwkunst in Oost-Nederland’ en ‘Gevel- en stiepeltekens in Oost-Nederland’.
Bij zijn 25-jarig jubileum als architect in 1953 werd de Jan-Jans stichting opgericht, die nu bijna zijn gehele collectie tekeningen beheert (exclusief ongeveer 300 tekeningen in het Rijksmuseum Twenthe). http://www.janjansstichting.nl
Beschrijving van Schukkink: boerderij
Inleiding Van de vele boerderijen die in Twente naar ontwerp van J. Jans gebouwd zijn, valt deze BOERDERIJ VAN HET HALLEHUISTYPE op door monumentaliteit en eenvoud. de boerderij in zorgvuldige baksteenarchitectuur is in 1929 gerealiseerd in opdracht van Kromhoff. Op dezelfde plaats stond een oudere boerderij die afgebrand is. Hiervan getuigt het glas-in-lood venster achter in het hoofdvertrek: Hof to schuckinc anno 1350/ Tot asch werd ‘t oude huis/ een stal bleef ons tot woning/ de winter was streng koning/ het bouwen werd een kruis/ niet eeuwig duurde ‘t lijden/ verblijdt u met de blijden/ in dit ons nieuwe huis/ 1929. In de jaren ’50 is een serre aanbouw gerealiseerd eveneens naar ontwerp van J. Jans.
Het woonhuisgedeelte is in tweeën gesplitst, er is een extra trappenhuis aangebracht en een moderne badkamer. Aan de overzijde van de Schukkingweg staat een bijbehorende houten schuur (monnr.: 15312). Omschrijving Boerderij van het hallehuis type opgetrokken in baksteen onder een geknikt zadeldak gedekt met verbeterde hollandse pannen. Midden in de gevel van het woongedeelte (W) een veranda onder lessenaarsdak, op de hoeken gedragen door kolommen. Het centrale gedeelte van de veranda is uitgevoerd als erker. Aan weerszijden dubbele draaivensters. Direct boven het dakschild een zevenlichts bandvenster. Alle vensters zijn zesruits, op de begane grond met tweeruits bovenlicht. Direct onder de nok een lantaarnvenster onder driezijdig tentdak. Tussen lantaarn en bandraam twee ronde vensters.
Op de nok een windroos. In de kopse gevel van het bedrijfsgedeelte (O) twee rechtgesloten baanders. In het midden en op de hoeken schoenen met staldeuren en -vensters. In de geveltop een dubbele laaddeur en rosetvensters. In de geveltop een negenruits venster. In beide zijgevels aan het woongedeelte een erkeruitbouw onder een balkon, met balkondeuren onder een steekkap.
Op de begane grond zesruits vensterpartijen, onder andere met smalle bovenlichten. Voor het bedrijfsgedeelte een reeks stalvensters. Aan de linkerzijgevel (N) de latere serreuitbouw. Het woongedeelte is aan deze zijde gemoderniseerd en zijn nieuwe vensters toegevoegd. Het interieur is in indeling en detaillering gewijzigd, een moderne natte cel en een tweede trappenhuis zijn toegevoegd Het hoofdvertrek is in indeling en detaillering, glas-in-lood vensters, bewaard gebleven.
Waardering Boerderij van architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang:
– als hoogtepunt binnen het boerderij-oeuvre van J. Jans
– als voorbeeld van agrarische bouwkunst uit de jaren twintig in traditionalistische stijl
– door de markante situering aan de Schukkinkweg mede in relatie met de bijbehorende houten schuur (monnr.: 15312)
(bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
De erven in de Esmarke dateren uit de veertiende eeuw en waren meestal leengoederen.
Door vererving verwisselden de leengoederen nogal eens van eigenaar en bewoners.
De erven rond Enschede kwamen omstreeks 1602 in het bezit van de Graaf van Bentheim Tecklenburg Reda. De graaf bezat ook de Markerichterschap over de Esmarke waar zijn rentmeester als holtrichter optrad. De boeren kwamen hier een uitspraak vragen over echt en wet.
In De Haverkamp, op dit moment natuurgebied, lag in het midden een vrij vlak gedeelte waar voor de “markeverdeling” enkele boeren uit de zuid Esmarke gezamenlijk de koeien weidden. Bij de markeverdeling van 1845 zijn deze gronden toebedeeld aan de gebruikers van erve Overste, erve Hofstee, erve Rombos, erve Kromhof en ’t erve Schukkink.
Het is een zeer vruchtbare grond die tijdens de winter onder water stond en waar zomers wilde grassen groeiden. Deze gronden lagen tussen de eigendommen van ’t erve Schukkink en erve Kromhof.
In de Esmarke is in de loop de afgelopen zeshonderd jaar veel gebeurt, vreugde en verdriet en ziekten en kindersterfte waar geen kruid tegen gewassen was. Ondanks alles hebben de verschillende geslachten zich wel kunnen handhaven want de erven gingen van vader op zoon of schoonzoon. In de periode 1700 tot de tweede helft van de negentiende eeuw werd het werk op de boerderij met handwerk uitgevoerd. Het werkpaard was onmisbaar voor de boeren in de Esmarke.
Na de eerste wereldoorlog in 1918 komt de eerste grasmachine, dorsmachine en hooihark. Na de tweede wereldoorlog vindt een verdere mechanisatie plaats met de komst van de tractor, combine en melkmachine.
In de loop der jaren zijn er veel erven verdwenen als gevolg van stadsuitbreiding van Enschede. gelukkig echter zijn er nog verschillende behouden die ook een gemeentelijke of Rijksmonument status hebben.
Engbert Kromhof geboren 1796 gehuwd met Johanna Schukkink geboren 1800 overleden 1878.