Appartementencomplex Molenstraat 2025

Steden zijn het kloppende hart van onze samenleving. Ze zijn plekken van ontmoeting, groei en ontwikkeling. Toch kraakt dit hart steeds vaker in zijn voegen. Woningnood, verouderde infrastructuur, hittestress, sociale ongelijkheid en klimaatverandering stellen onze steden voor ongekende uitdagingen. Het is duidelijk: stedenbouwkundige vernieuwing is niet langer een optie - het is een noodzaak. Maar de vraag is niet óf we moeten vernieuwen, maar hoe en wanneer.
Veel Nederlandse steden zijn ontworpen in de twintigste eeuw, een tijd waarin auto’s de norm werden, woonwijken werden gescheiden van werkgebieden en beton synoniem stond voor vooruitgang. Deze erfenis drukt nog steeds zwaar op ons ruimtelijk systeem. Monofunctionele wijken, afgesloten industrieterreinen en versnipperde groenvoorzieningen creëren meer problemen dan ze oplossen. Jongeren trekken weg, ouderen vereenzamen en het stedelijk klimaat warmt op.

Nieuwe eisen, oude structuren
De eisen van vandaag zijn anders: wonen, werken en ontspannen moeten dichter bij elkaar komen. Mobiliteit moet duurzaam, de openbare ruimte uitnodigend en energiegebruik circulair. Maar onze ruimtelijke ordening hinkt achter de feiten aan. Gemeenten worstelen met trage besluitvorming, gefragmenteerde wetgeving en de druk van projectontwikkelaars die winst boven kwaliteit stellen.

En dat laatste zie je in een gebrekkige en verarmde ontwerparchitectuur waarbij de 'blokkendoos' met name in het centrum van Enschede favoriet is geworden. Projectontwikkelaars hebben weinig of geen belang bij een in het oog springende architectuur van woongebouwen. Hier regeert de marktwerking en dus het financiële eindresultaat. De binnenstad van Enschede is voor een belangrijk deel historisch en je mag toch veronderstellen dat nieuwbouw hierop moet aansluiten. Maar helaas is de 'blokkendoos' nog altijd favoriet in onze binnenstad.

Creatieve architectuur wordt vaak geprezen om haar innovatieve en expressieve benadering van ontwerp, waardoor het de grenzen van traditionele bouwmethoden verlegt. Het stimuleert originaliteit en kan leiden tot unieke, iconische structuren en gebouwen die Enschede karakter geven. Voor volgende generaties zijn het de nieuwe monumenten maar dat moet dan wel de moeite waard zijn.
Echter, kritieken richten zich soms op het feit dat creatieve architectuur niet altijd functioneel of duurzaam is. Soms wordt er teveel gefocust op esthetiek en originaliteit, waardoor praktische aspecten zoals gebruiksgemak, energie-efficiëntie en onderhoud minder aandacht krijgen. Daarnaast kan het hoge kosten met zich meebrengen, wat de haalbaarheid en toegankelijkheid beperkt.
Kortom, creatieve architectuur biedt veel potentieel voor innovatie en visuele impact, maar het is belangrijk dat het ontwerp ook praktisch en duurzaam blijft om echt waardevol te zijn op de lange termijn.

Gelukkig zijn woningbouwcorporaties in Enschede er zich meer bewust van dat een monocultuur van huisvesting mensen niet gelukkig maakt. We zien gelukkig steeds meer creatieve ontwerpen van woningen/appartementencomplexen; een mooi voorbeeld is de nieuwe wijk Boswinkel-Zuid.

Durven kiezen voor kwaliteit
Wat nodig is, is politieke moed en ruimtelijk idealisme. Stedenbouw moet terugkeren naar haar oorspronkelijke missie: het ontwerpen van leefbare, toekomstbestendige steden. Daarbij horen scherpe keuzes: stoppen met bouwen in kwetsbare gebieden, investeren in herstructurering van bestaande wijken en het centraal stellen van sociale, ecologische en historische waarden.
Ook voor de wijk Pathmos waar woningen onbewoonbaar zijn verklaard, ligt een opdracht voor het gemeentebestuur om de originaliteit en het karakter van deze unieke wijk te behouden.
Ook burgers moeten meer zeggenschap krijgen - niet alleen via participatiebijeenkomsten achteraf, maar aan de ontwerptafel zelf. De ontwikkeling van onze stad is geen project, maar een collectief (erf)goed.

In dagblad Tubantia van 20 augustus 2025 hebben wij er een opinie over geschreven. Wilt u het volledige artikel lezen? Klik dan HIER

Foto's: SCEE.