De omgeving van erf Oude Bruninckhuis is rijk aan archeologische vondsten die in de expositie worden vermeld.

De boerderij Oude Brunninckhuis

Het erf Oude Brunninckhuis wordt als Olde Bronninckhuijs voor het eerst genoemd in het vuurstedenregister van 1682, al bestaat het vermoeden dat de geschiedenis van dit erf nog verder teruggaat. Het was een lijftuchthuis, een huis waar de oudelui van een erf woonden van het grotere erf Brunninkhuis dat we tegenwoordig kennen als Hoeve Springendal. Dat hoofderf werd al in 1385 genoemd.

In de loop van de tijd veranderde de naam Olde Bronninckhuijs langzaam in Oude Brunninckhuijs, een benaming die vanaf in het begin van de 19e eeuw gebruikelijk werd. Nu wordt het Oude Brunninckhuis genoemd. De bewoners van Oude Brunninckhuijs waren vaak afkomstig van het erf Brunninkhuis. Wie er kwam wonen, nam doorgaans de achternaam Oude Brunninckhuis aan. Dit veranderde toen onder Napoleon werd vastgelegd dat men niet langer de erfnaam als achternaam mocht gebruiken, maar uitsluitend de geboortenaam. Hierdoor gebeurde het regelmatig dat iemand die op Oude Brunninckhuijs had gewoond en daar de naam droeg, later elders, bijvoorbeeld in Ootmarsum, weer onder de naam Brunninkhuis bekend stond. Door de eeuwen heen kende de boerderij vele bewoners.

 

Aanvankelijk bleef het bezit binnen de familie, later kwam het in handen van huurders. Een bekende bewoner was molenaar Gerardus Brunninkhuis (1825), geboren op Oude Brunninckhuijs, die in Tilligte de Brunninkhuismolen (ook wel Westerveldmolen) bouwde. Daarna ging het erf vooral via de vrouwelijke lijn over, waardoor namen als Vrielink en Wanink aan het erf verbonden raakten. Vanaf 1910 werd de boerderij verhuurd, eerst aan de familie Kamphuis, daarna aan Evers. In het Twents stond het erf bekend als het Oald Brunninkhoes.

In 1936, tijdens de crisisjaren, verkeerde het erf samen met een naastgelegen boerderij, in de 19e eeuw gesticht door het erf Brunninkhuis, in slechte staat en beiden werden toen verkocht. Oude Brunninckhuijs kwam in handen van de heer Engbers, terwijl de andere boerderij werd gekocht door zijn zwager en schoonzus Steggink-Engbers. Dochter Dika Steggink verzorgde haar oom en trouwde later met Bernard Fikkers. Het erf ging uiteindelijk over op een neef van de familie, die de boerderij in 1968 verkocht. Daarmee vertrok ook de familie Fikkers.

Jan Cremer artistiek kunstenaar. ( 1940 - 2024)

De nieuwe eigenaar, huisarts Essink uit Oldenzaal, liet de boerderij restaureren tot woonboerderij. Zelf betrok hij het pand niet, maar hij verhuurde het vanaf 1976 gedurende ruim tien jaar aan landelijk bekende schrijver en schilder Jan Cremer, die hier onder meer zijn boek De Hunnen schreef. Later werd het pand ook als vakantiehuis gebruikt. In 1991 verkocht Essink het erf aan Gerard en Annette Brunninkhuis-Weersink, die er na hun huwelijk in 1992 gingen wonen.

In 2007 kreeg het erf de status van NSW-landgoed. Na het overlijden van Gerard in 2000 bleef Annette met haar kinderen achter. Toen het gezin in 2010 naar Ootmarsum verhuisde, werd de boerderij vijf jaar lang verhuurd aan Stichting ’s Heerenloo, die er een gezinshuis vestigde. Daarna werd het nog enkele keren particulier verhuurd. Met financiële steun van de provincie Overijssel is het pand in 2020 en 2021 grondig gerestaureerd en uitgegroeid tot een prachtige plek met een rijke geschiedenis, waar eeuwen van familiebanden, traditie en vernieuwing samenkomen in de cultuurhistorische expositie.

 

 

 

De expositie in de boerderij vertelt meerdere cultuurhistorische bijzonderheden.

  • Onder andere het verhaal over bewoning in de Steentijd, Bronstijd, Middeleeuwen in Hezingen, Mander, en Uelsen en de marke Brunninkhuizen, nu Ootmarsums Hezingen, waar het Springendal een onderdeel van is. Uit de midden Bronstijd is De “Zwerfsteen van Hezingen” met tekenen te zien, deze is op het Springendal gevonden nabij de Mosbeekweg. Daarnaast is er informatie over raatakkers en grafheuvels in combinatie met een film hierover van Landschap Overijssel.

  • In de boerderij is tevens een verhaal over de goudschat. In 2019 is er door amateurarcheologen met een metaaldetector een 7e eeuwse vroeg middeleeuwse goudschat gevonden op 2 km afstand van Landgoed Oude Brunninckhuis. De vondst werd gedaan in het natuurgebied het Springendal te Hezingen op het hoogste deel van de stuwwal van Ootmarsum, nabij de kruising Hooidijk, Brandtorenweg. de parkeerplaats van Staatsbosbeheer.

  • Ook is er het rapport te zien dat in 2024 is gepresenteerd door Rijksdienst van Cultureel Erfgoed genaamd: Goud voor de Goden, RAM 280.

-Expositie cultuurhistorische bijzonderheden.

Elke zondag: 11:00 - 17:00 uur van 1 mei - 30 september.

Entreeprijs € 4,50. Kinderen tot en met 8 jaar gratis.

Tijdens de openingstijden van de expositie is er koffie, thee of sap met gebak verkrijgbaar. Pinnen is ook mogelijk.

-Locatieverhuur in de natuur.

Sinds kort kan het prachtige landgoed Oude Brunninckhuis het hele jaar worden gehuurd van maandag tot en met zaterdag, voor o.a. trouwen, rouwen (afscheid nemen) en vergaderen.

Voor informatie kunt u contact opnemen met gastvrouw Annette Brunninkhuis-Weersink.Tel:06-52405657

Landgoed Oude Brunninckhuis is gelegen aan de Schabosweg 4, 7662 PJ, Hezingen.

Foto's: SCEE. mw. A. Brunninkhuis-Weersink.Foto Jan Cremer: Wikimedia Commons.